donderdag 25 juli 2013

Lezersbrief: Kleuters rouwen ook!

Mensen die in staat zijn om van andere mensen te houden, zijn ook voorbestemd om diep verdriet te ervaren. (Prof. Dr. Manu Keirse)

Wat als je als kleuteronderwijzer geconfronteerd wordt met het (plotse) overlijden van een dierbare oma, opa, mama, papa, boer, zus, ... van één van je kleuters? Hoe ga je daar als kleuteronderwijzer mee om? Hoe kan je deze kleuter steunen en helpen in dit moeilijke rouwproces?
Met dit probleem werd ik gelukkig nog nooit geconfronteerd in mijn stageklas. Stilletjes hoop ik dat het ook nooit zal gebeuren. Maar dat is natuurlijk niet realistisch.
Dus ging ik op zoek naar meer informatie over dit onderwerp. Wat was mijn verbazing groot dat ik zo veel waardevolle informatie vond tijdens mijn zoektocht! Ik las dat het feit dat er zoveel over dit onderwerp geschreven wordt, wil zeggen dat het toch nog steeds taboe is.
Wat me snel duidelijk werd, is dat je er als leerkracht op dat moment niet alleen voor staat. Doe een beroep op je collega’s, in het ideale geval op het crisisteam van je school. Maar ik vrees dat er (te) weinig scholen zijn die een kant-en-klaar draaiboek in hun schoolwerkplan hebben zitten voor het geval er een leerling, leerkracht, medewerker van de school of een familielid van één van dezen overlijdt. Terwijl er prachtige voorbeelden [1], [2] te vinden zijn, die je enkel nog moet aanpassen aan de eigenheid van je school. Ik hoop dat vele scholen zich geroepen zullen voelen om een werkgroep op te richten die hier zijn kostbare tijd in wil investeren!

Als individuele leerkracht komt het er vooral op aan om ‘menselijk’ te reageren:

  • Als je zelf in het alledaagse leven je gevoelens durft uiten, geef je het signaal aan de kleuter dat hij dat ook mag.
  • Biedt warmte en veiligheid aan de kleuter, je bent een onmisbare steun voor hem. De andere gezinsleden worden vaak verteerd door hun eigen verdriet, zodat ze de eerste momenten na het overlijden (te) weinig energie overhebben voor hem.
  • Ga met de kleuter op zoek naar mooie herinneringen aan de overledene. Herinneringen koesteren, verzacht de pijn.
  • Praat met de kleuter over de overledene op gevoelige momenten zoals moeder- of vaderdag, nieuwjaarsbrieven oefenen, de verjaardag van het overlijden, ...

Maar vooral: lees een boek over rouwverwerking bij kinderen! Je angst en afstandelijkheid bij dit grote verdriet van de kleuter zal verdwijnen en je zal ten volle het belang van jouw bijdrage beseffen bij de groei in zijn rouwproces. Het onderwerp vermijden doet hem meer kwaad dan goed.

Maar welk materiaal is er allemaal beschikbaar en hoe waardevol is dat, zowel voor de peuters als voor de oudste kleuters?
In taal [3]- en godsdienstmethodes [4], [5] vind je allerlei thema’s om ‘preventief’ rond verlies, verdriet en rouw te werken.
Daarnaast zijn er ook specifieke ‘rouwkoffers’ [6], [7] beschikbaar om in crisissituaties ‘curatief’ rond dit thema te werken.
Zoals bij alle methodes, zijn er activiteiten die je liggen en die je niet liggen. Het is de kunst om er die zaken uit te halen die ook bij jouw leerkrachtenstijl passen. Maar alle materialen die ik doornam, bevatten een schat aan rijke activiteiten. Ze hebben mij de ogen geopend dat werken rond verlies en verdriet op een heel symbolische, serene, niet-beangstigende, krachtig ondersteunende manier mogelijk is!

Is het beter om te wachten tot er zich een sterfgeval voordoet in de klas om het thema 'omgaan met een groot verlies' in de klas uit te werken of is het beter om kleuters dit thema al op een eerder moment aan te reiken? Wacht je tot die sterke emotie zich voordoet of geef je ze al bagage op voorhand mee?
Omgaan met verlies en verdriet zou in iedere kleuterklas tot het vaste aanbod moeten behoren. Het zou een BC moeten zijn dat jaarlijks terugkeert.
De peuters zijn nog te jong om te begrijpen wat de dood precies inhoudt, maar je kan hen wel het gevoel ‘verdriet’ al leren kennen. Welke peuter is er nog niet verdrietig geweest omdat hij zijn kuffel kwijt is, omdat zijn papa voor het werk enkele dagen in het buitenland zit, ... ? Als je kinderen kansen geeft om met hun verdriet te leren omgaan, maak je hen sterker om te kunnen rouwen na het overlijden van iemand die hen dierbaar is.
Het lijkt me wel aangewezen dat je bij de start van dit BC de ouders via brief verwittigd, zodat een goede samenwerking bij dit gevoelige thema mogelijk is.
Ik ben heel blij dat ik me –als beginnende kleuterjuf- in het onderwerp heb verdiept. Er staan ook nog een aantal materialen en boeken op mijn verlanglijstje om nog eens uit te pluizen. Want zoals ik eerder al aanhaalde, is er al enorm veel over gepubliceerd.
Mijn angst voor de dood op school is geweken. En hoewel ik nog steeds hoop dat ik nooit met een crisissituatie geconfronteerd zal worden, weet ik nu wel dat “het delen van tranen de stroom van verdriet versnelt” (Krishnamurti).


[1] Dossier basisonderwijs: Als de dood voor de dood op school? Verlies en verdriet in theorie en praktijk op de basisschool. Mechelen: Leefsleutels.

[2] Thomas (geraadpleegd 03/07/2013). KULeuven: Thomas: Pastoraal: Rouwen op school. [Online]. Beschikbaar: http://www.kuleuven.be/thomas/page/rouwen-op-school/.

[3] Leten, E. (2005). Dag Jules! Themaboek 3. Meerhout: Zwijsen-Infoboek.

[4] Callens, E., Claeys, V., Leterme, C. (2004). TOV kleuters: handleiding. Kapellen: Pelckmans.

[5] Debacker, H. (2004). Tuin van heden kleuters 5 jaar: handleiding. Wommelgem: Van In.

[6] Bleukx, G., de Clercq, S., Habils, K., Somers, P. (2002). Dossier basisonderwijs: Als de dood voor de dood op school? Verlies en verdriet in theorie en praktijk op de basisschool. Mechelen: Leefsleutels.

[7] Verliefde, E. (2006). Een wereld vol troost. Averbode: Cego Publishers.

dinsdag 23 juli 2013

Kinderen helpen bij verlies

Keirse, M. (2002) Kinderen helpen bij verlies: een boek voor al wie van kinderen houdt. Tielt: Lannoo.

Manu Keirse is klinisch psycholoog en doctor in de medische wetenschappen. Hij is hoofddocent aan de Faculteit der Geneeskunde van de KULeuven en kabinetschef van de minister van Volksgezondheid. Maar bovenal is hij voor mij een inspirerend man. Je merkt dat hij jarenlange ervaring heeft met rouw en verlies en dat hij recht in de ziel van mensen kan kijken.

Het boek grijpt je aan vanaf de eerste bladzijde. Er gaat zoveel warmte van uit, terwijl het over zo een koel thema gaat. Het boek straalt eerlijkheid, openheid en oprechte interesse uit. 3 waarden die Dr. Keirse wil meegeven. Hij slaagt hier wonderwel in: zijn woorden zijn goed gekozen, zorgvuldig gewikt en gewogen, talloze getuigenissen illustreren wat hij bedoelt. Je kan dit boek niet lezen zonder een traan weg te pinken, maar dat geeft niet. Een boodschap die keer op keer weer benadrukt wordt in dit boek, is om je verdriet te tonen. Het is net sterk en gezond om je emoties te durven uiten.

Enkele dingen die ik gelezen heb en niet wil vergeten, wil ik hier delen:

  • Mensen die in staat zijn om van andere mensen te houden, zijn ook voorbestemd om diep verdriet te ervaren als er iets gebeurt met de mensen die hen dierbaar zijn.
  • Probeer aan kinderen in diep verdriet het vertrouwen mee te geven dat tranen worden gedroogd, niet voor altijd, maar altijd weer.
  • Leer jezelf waarderen om het inzicht dat je zaken fout hebt gedaan, eerder dan je erover schuldig te voelen. Het is een verdienste dat je leert van je fouten.
  • Een kind heeft behoefte aan aandacht en liefde van een zorgende volwassene om te groeien door verdriet.
  • Er zijn geen geneesmiddelen voor verdriet. Aandacht en genegenheid doen meer dan welk geneesmiddel ook.
  • Je kan verdriet na verlies niet ‘oplossen’ zoals je met een probleem zou doen. Het wordt immers nooit meer hetzelfde als voorheen. Je kan wel groeien door verdriet, met pijn en moeite, maar dat is eigen aan elk groeiproces.
  • Vroeger dacht men dat rouwen betekende dat men de band met de overledene moest verbreken om verder te kunnen met het leven. Nu beschouwt men verlies als een schaduw: soms klein, soms groot, soms ziet men hem, soms niet. Het komt er op aan om herinneringen levendig te houden en op een gezonde manier verbonden te blijven met de overledene, zonder verscheurd te worden door verdriet.
  • Kinderen reageren soms explosief. Leer kinderen dat deze gevoelens niet goed of slecht zijn, je kiest daar niet voor. Aanvaard dat deze gevoelens er zijn en dat ze zullen overgaan als ze voldoende worden geuit.

In het boek wordt door de bril van verschillende betrokkenen naar verlies en rouw gekeken, door de bril van de ouders, van het kind (als broer of zus). Dit geeft je meerdere inzichten, hoe het is voor alle betrokkenen.

De belangrijkste zaken (voor mij) uit dit boek, wil ik graag even op een rijtje zetten:

Kinderen rouwen, maar de manier waarop verschilt met die van volwassenen:

  1. Het zijn eerst en vooral kinderen. Ze hebben geen fundamenteel andere gevoelens dan volwassenen bij verlies, maar de vorm waarin deze geuit worden, kan verschillen. Het is zoals een vingerafdruk: herkenbaar, maar wel individueel verschillend.
  2. Het is een weerspiegeling van hun ontwikkelingsstadium. Wat ze begrijpen, hangt af van hun ontwikkelingsleeftijd. Maar hoe jong ook, ze voelen het verlies wel aan.
  3. Ze rouwen temidden van het gewone leven: wanneer iets hun verdriet in gang zet (vb. nieuwjaarsbrief, vriendje dat opgehaald wordt door papa, ...) én ze zich veilig genoeg voelen om dit te uiten.
  4. Ze rouwen in korte, intense periodes: met onderbrekingen, gedurende jaren
  5. Vaak zie je een tijdelijke regressie na verlies. Dit is een pauze in de rouw, een terugkeer naar een ‘veilige’ periode in hun leven.
  6. Ze leven zich uit in actie en spel. Dit is een manier om verdriet te verwerken als je er de mentale en verbale mogelijkheden nog niet voor hebt. Spel is de taal van het kind.
  7. Soms stellen ze rouw uit. Kinderen moeten voldoende veiligheid ervaren om zich te durven overgeven aan de chaotische gevoelens en gedachten in hen. Dit kan meerdere jaren duren!
  8. Vernieuwde rouw treedt vaak op bij belangrijke veranderingen: bij nieuwe emotionele of mentale stappen kan je verwachten dat kinderen het verlies herbeleven.

Je moet 6 fundamentele behoeften vervullen om kinderen te helpen groeien door verlies:

  1. De realiteit van de dood voor ogen zien.
    Geef een eerlijke uitleg over de oorzaak en de aard van het sterven. Je wil niet het risico lopen dat ze het via via vernemen, zonder dat er echte opvang aanwezig is.
    De overledene groeten, moet kunnen als kinderen dit willen. Maar geef ze op voorhand concrete uitleg van wat ze zullen te zien krijgen en heb op het moment zelf oog voor de emoties van het kind en spreek deze emoties uit.
  2. De pijn van het verlies ervaren.
    Moedig kinderen aan om emoties en gedachten te uiten. Maak schuldgevoelens en boosheid bespreekbaar. Agressie en opstandigheid zijn normaal, maar leer kinderen ze te kanaliseren op een niet-schadelijke manier.
  3. De relatie met de overledene omvormen van een aanwezigheid naar een herinnering.
    Met de dood stopt het leven, maar niet de relatie die men met iemand heeft. Deze relatie zal wel moeten evolueren. Het is belangrijk om deel te nemen aan de uitvaart, want dit helpt om een arsenaal aan herinneringen op te bouwen.
    Herinneren maakt hopen mogelijk, maakt dat je je kan openstellen voor nieuwe ervaringen en relaties.
  4. Je moet een nieuwe identiteit ontwikkelen op basis van een leven zonder de persoon die gestorven is.
  5. Zoeken naar een zinvolle context voor de dood.
    Het kind zoekt naar een soort nieuwe zin van het leven. Ze willen antwoorden, maar stellen ook vragen waarop geen antwoorden te geven zijn. Dit is een onderdeel van een normaal rouwproces. Het is belangrijker om de vragen te stellen dan om daadwerkelijk de antwoorden te vinden.
  6. Ze hebben nood aan een continu steun gevende volwassen aanwezigheid gedurende de komende jaren.
    Je moet verder met je leven, maar dat wil niet zeggen dat je geen verdriet meer mag hebben of over je verdriet mag praten.

Hoe reageer je bij een fatale ziekte?

  1. Zet problemen om in sterkten.
    Beschouw de ziekte niet als een hinderpaal, maar als een krachtig platform van waaruit men -met duidelijke communicatie- kinderen helpt om te begrijpen wat er aan de hand is en te laten voelen dat men van hen houdt.
    Kijk naar ‘overleven’ vanuit je eigen gezichtspunt, maar ook vanuit dat van je kinderen.
  2. Realiseer een open communicatie.
    Kinderen hebben de behoefte en ook het recht om te weten wat er is.
    Vertel aan kinderen dat praten over de ziekte en over hun zorgen topprioriteit is.
    Vertel het op het moment dat er iets verandert in huis dat invloed heeft op het kind.
    Vertel 3 dingen: dat men ernstig ziek is, de naam van de ziekte, wat men denkt dat er gaat gebeuren.
    Je moet niet alles vertellen (afhankelijk van wat het kind begrijpt), maar wél niets anders dan de waarheid.
    Verzeker hen dat niemand iets gedaan heeft wat de ziekte veroorzaakt heeft (om ervoor te zorgen dat ze zich niet schuldig voelen). En ook dat de ziekte niet besmettelijk is en dat je het niet kan krijgen door dicht bij de zieke te komen (bv. bij kanker).
    Zorg voor voorspelbaarheid: bereid hen voor op belangrijke veranderingen in het gezinsleven.
    Praat over de positieve werking van de behandeling, niet over de neveneffecten.
    Bereid hen voor op wat ze kunnen antwoorden als anderen vragen stellen.
    ‘Hoe lang nog?’ is vaak een vraag naar ‘Wat staat er ons nog te wachten?’
    Creëer een sfeer van openheid en bespreekbaarheid. (Dit werd ook heel mooi geïllustreerd in de aflevering van ‘Liefde voor later’, cfr. eerdere blogpost)
  3. Veranderingen in de gezinssituatie
    Bij een ziekenhuisopname is het belangrijk om de ziekte te begrijpen en gevoelens die ze oproept te kunnen delen. Ook jonge kinderen moeten tijd kunnen doorbrengen bij de zieke in het ziekenhuis.
    De eerste thuiskomst voorbereiden: wat kan de zieke wel, wat niet?
  4. Betrek de kinderen zo veel mogelijk.
    Als kinderen dit willen, mogen ze aanwezig zijn bij het overlijden, mogen ze de overledene groeten, mogen ze deelnemen aan de uitvaart. Maar zorg ervoor dat ze op voorhand goed geïnformeerd zijn en dat je op het moment oog hebt voor hun gevoelens.


In het boek komen ook enkele hoofdstukken aan bod over zelfdoding, echtscheiding en een nieuw gezin starten. Heel interessante hoofdstukken als achtergrondinformatie, om te begrijpen wat een gezin doormaakt in deze moeilijke situaties. Maar het wordt meer bekeken vanuit het standpunt van de ouders of oudere kinderen. Dus daarom ga ik er in deze blog niet verder op ingaan.


Als afsluiting van het boek staan meer dan 50 suggesties voor ouders, verzorgers, school, medewerkers in de gezondheidszorg. Suggesties die zo bruikbaar zijn, zo waardevol! Iedereen zou ze moeten lezen en herlezen en nooit meer vergeten. Je kan als volwassene écht wel veel betekenen voor een kind in rouw. Door je ogen te sluiten en de pijn te negeren, doe je een persoon in rouw onrecht aan!
Als je rekening houdt met de suggesties –die vaak op niet meer dan menselijkheid berusten- kan je kinderen echt helpen groeien door de pijn van het verlies heen.

The Broken Circle Breakdown

van Groeningen, F. (2012) The Broken Circle Breakdown [DVD]. Gent: Menuet.



Het is het aangrijpende verhaal van een koppel dat hun enige dochter verliest aan leukemie. De lijdensweg van de rouw nadien wordt heel mooi geschetst in al zijn facetten. Door de boeken en artikels die ik ondertussen voor mijn blog gelezen heb, zijn er zo veel dingen herkenbaar geworden:
de pijn van het verlies, de verwijten die ze elkaar maken, de zondebok die ze zoeken, de stapjes voorwaarts en dan terug achterwaarts die ze zetten, het verdriet dat te groot lijkt om te dragen, de angst om alles wat men lief heeft te verliezen.

Maar wat voor mij het duidelijkst geïllustreerd wordt: ieder heeft zijn manier van rouwen en dat mag! Je voelt wat je voelt, die emoties zijn niet verkeerd, ook al zijn ze anders dan de jouwe. Maar als partners is het zo belangrijk om die gevoelens van elkaar te aanvaarden, om de manier van rouwen van de ander te aanvaarden ook al druist die in tegen wat je zelf gelooft. Anders raak je elkaar ook kwijt. Het is goed om af en toe eens te ventileren tegen elkaar en je boosheid uit te schreeuwen. Maar vergeet niet om ook op momenten dat je rustig bent openlijk te praten over je gevoelens bij het grote verlies. Alleen dan kan je samen constructief door de pijn gaan om het verlies beetje bij beetje een plaats te geven tot het niet meer allesoverheersend wordt.

Liefde voor later

KRO (geraadpleegd 23/07/2013) KRO: Programma’s: Liefde voor later: Saskia en Jan. [Online]. Beschikbaar: http://liefdevoorlater.kro.nl/seizoenen/1/afleveringen/22-07-2013/default.aspx.


Gedurende meer dan een jaar worden in het programma ‘Liefde voor later’ gezinnen gevolgd waar één van beide ouders ongeneeslijk ziek is. Hoe gaan ze er mee om als gezin, hoe vertellen ze het aan de kinderen, welke herinneringen stoppen ze in de herinneringsdoos, welke dingen doen ze nu nog samen, nu het nog kan?

Het is een heel aangrijpende reportage. Vooral diegene over Jan, die aan een degeneratieve spierziekte lijdt, doet me denken aan mijn vader. Gelukkig was ik al bijna volwassen toen hij ziek werd. Mijn vader heette ook Jan en heeft meer dan 10 jaar te kampen gehad met Parkinson, waardoor zijn spieren ook te zwak werden om nog ‘normaal’ te functioneren. Sommige beelden waren zo herkenbaar...
Het gezin laat zich begeleiden door een rouwtherapeute, wat ik zeer zinvol vind. Ze spraken openlijk over de ziekte van de papa, maar wisten niet goed of ze ook moesten vertellen dat de ziekte uiteindelijk dodelijk is. Aan de hand van een zorgenboom die de kinderen knutselden, kon de rouwtherapeute achterhalen dat er veel meer door hun hoofdje spookte dan de ouders vermoedden. Daarom hebben ze open kaart gespeeld en verteld dat papa zou sterven aan zijn ziekte. De kinderen reageerden hier natuurlijk emotioneel op, maar toch goed. Voor de ouders was het ook een opluchting dat er nu geen geheim meer tussen hen in hing.
Met het hele gezin werd gewerkt aan de herinneringsdoos. Maar voornamelijk papa stopte er dingen in die weergeven hoe hij wou dat de kinderen hem later zouden herinneren:
·         filmpjes van papa voor ieder van zijn kinderen, zodat ze ook herinneringen aan een ‘gezonde’ papa hebben
·         brieven
·         het wielrennersshirt en krantenknipsels van ‘Tour de ALS’, waarmee de papa hen een belangrijke waarde wilde meegeven, namelijk ‘doorzetten’
·         een cadeautje voor hun 18de verjaardag
·         een brief van papa aan ieder van zijn kinderen
·         ...
Het gezin probeert nog zo veel mogelijk te genieten van de dingen die nog wel lukken, probeert nog zo veel mogelijk quality time te beleven. Papa wil ook dat de kinderen hem als een vrolijke grappenmaker herinneren. Hij blijft ook optimistisch, ook al gaat het lichamelijk steeds iets minder goed.
De ziekte wordt een deel van het leven van de kinderen. Ze helpen papa spontaan met dingen die hij niet meer kan. Heel mooi om te zien!

Ik heb zelf ervaren hoe pijnlijk het is om iemand te zien aftakelen. Iedere keer iets niet meer lukt, neem je een beetje afscheid, tot je aan het laatste beetje toe bent. Het verlies en de rouw komen niet in één keer, maar in 100 kleine beetjes. Als ik zie hoe dit gezin uit de reportage ermee om gaat, kan ik daar alleen maar bewondering voor hebben. Al tonen ze de moeilijkste momenten natuurlijk niet, échte crisismomenten met emoties als boosheid, machteloosheid zullen er ongetwijfeld wel zijn, maar buiten het oog van de camera. Toch ben ik er van overtuigd dat dit gezin deze ongelooflijk pijnlijke realiteit op een heel positieve en mooie manier aanpakt. Petje af!

vrijdag 19 juli 2013

Als de dood voor de dood op school?

Het boek [1] is geschreven om leerkrachten, directies en CLB-medewerkers te informeren over dood en rouw, verlies en verdriet en om duidelijk te maken welke rol zij hierin kunnen opnemen.
Er zijn verschillende delen opgenomen in het boek:

  • theoretische kaders over dood en rouw bij kinderen.
  • activiteitenbundels voor leerlingen van 1ste kleuterklas tot 6de leerjaar
    • ‘preventief’ werken rond het thema van de dood
    • activiteiten voor het crisismoment tussen het overlijden en de uitvaart
    • ‘curatief’ werken na de uitvaart
  • ideeën om een draaiboek voor de school op te stellen
  • verwijzingen naar interessante boeken, organisaties, levensbeschouwingen

clip_image001[4]

In het theoretische gedeelte kwamen heel wat inzichten terug die ik al eerder heb gelezen. Een geruststelling voor mezelf dat ik toch ondertussen al een redelijke basiskennis heb opgebouwd via het opzoekingswerk voor mijn blog. Toch zijn er nog een aantal nieuwe inzichten die ik heb opgedaan.

  • De leerkracht is voor het kind in moeilijke dagen een rustbrenger, vertrouwenspersoon, ankerfiguur. Ouders zijn vaak zo emotioneel (bij het overlijden van een gezinslid) dat kinderen hun gevoelens niet aan hen durven tonen. Als leerkracht sta je verder af van het verdriet en dat maakt het voor kinderen vaak veiliger om hun gevoelens te tonen aan jou.
  • Huilen is een wezenlijke behoefte! Aanvaard dat.
  • Agressie is een uiting van een gekwetste persoon die geen kans heeft gekregen om die emoties te ontladen. Hoe reageren? Stevig én liefdevol vasthouden. Zo verschaf je een vat om de emoties in te storten. Het kind ervaart dat de band tussen jou als volwassene en hem als kind sterker is dan zijn boosheid. Het kind voelt dat het niet wordt afgewezen, dat je zijn gevoelens respecteert. Hij mag er zijn zoals hij is.
  • Er is een verschil tussen je schuldig voelen en schuldig zijn.
  • Geef als volwassene de toestemming, m.a.w. de ruimte die nodig is om woede, drift en verdriet te mogen voelen én uiten.
  • Een overlijden is een verlies van verbinding. De relatie met die persoon ontbindt, verandert naar aanvoelen, herinneringen.
  • Je kunt maar ondersteunend aanwezig zijn bij iemand met verdriet, als je verdriet in je eigen leven een plaats kunt geven. Aanvaard dus emoties bij jezelf en anderen.
  • Er zijn boekenkasten vol geschreven over rouw. Is dit dan het bewijs dat het nog steeds een taboe is?
  • Beschermingspogingen van volwassenen tegen verliessituaties hebben vaak een negatief en averechts effect op kinderen.
  • Rouwende kinderen lijden twee keer: hun eigen verdriet en dat van hun ouders.
  • Rouwende kinderen hebben vooral nood aan veiligheid. (Anders ontstaat wel eens het fenomeen van uitgestelde rouw.)
  • Het eindresultaat van een rouwproces is ‘integratie’ en niet ‘vergeten’.
  • Je komt als leerkracht een heel eind op weg als je basisvaardigheden gebruikt zoals aandacht geven, luisteren en omgaan met gevoelens. Bij een rouwproces zul je het moeten doen met de dingen die je in je rugzak hebt. En die is vaak rijker gevuld dan je denkt.
  • Laat de leegte leeg en ga niet op zoek naar compensaties vanuit de frustratie van het pijnlijke gemis. (Dus bv. niet onmiddellijk een nieuw huisdier kopen na het overlijden van het vorige.)

Verder wil ik nog even 2 heel goede raadgevingen delen. Ik zet ze in een kader omdat ik ze zo waardevol vind.

Ondersteunende begeleiding kan iedereen bieden vanuit zijn mens-zijn, vanuit zijn hart:

  1. Wees aanwezig: je hoeft niets te zeggen, maar ga naar de rouwende toe en luister.
  2. Ga het onderwerp niet uit de weg uit schrik om oude wonden open te rijten. Ze liggen al open. Rouwen is herinneringen plaatsen in het heden.
  3. Luister en blijf luisteren.
  4. Stilte mag er ook zijn.
  5. Spreek met je lichaam.
  6. Spreek behoedzaam met rouwenden: ga niet je eigen verliesverleden vertellen en minimaliseer het verdriet niet.
  7. Blijf trouw aan verdriet om verlies: het is nooit te lang geleden om op speciale herdenkingsmomenten een teken van medeleven te geven. Hou de sterfdag bij in je agenda en spreek vroegere leerlingen nog eens aan. Dit is een teken van meeleven en verbondenheid.

Als kinderen vragen stellen:

  • Luister naar het gevoel of de behoefte die achter de vraag zit.
  • Speel de vraag terug en nodig het kind uit om zelf een antwoord te formuleren. Zo komen ze dichter bij de eigen beleving van het thema.
  • Formuleer daarna zelf eerlijk en verstaanbaar een antwoord.
  • Soms is er geen antwoord.

Ik heb ook een aantal mooie citaten in het dossier teruggevonden. Hoe je met weinig woorden toch een heel krachtige boodschap kan overbrengen!

  • “De beschaving van een volk wordt bepaald door de wijze waarop ze met haar doden omgaat.” (Pericles) → Wordt dan de kwaliteit van opvoeding en onderwijs mee bepaald door de manier waarop thema’s als dood en verdriet ter sprake worden gebracht bij kinderen?
  • “Niet gebeurtenissen maken mensen angstig, wel de wijze waarop mensen ze bekijken.” (Epictetus)
  • “Wat zeep is voor het lichaam, zijn tranen voor de ziel.” (Joods spreekwoord)
  • “Partir, c’est mourir un peu.” → Het leven is voortdurend loslaten, verliezen. Maar “What doesn’t kill you, makes you stronger”.
  • “Het delen van tranen versnelt de stroom van verdriet.” (Krishnamurti)
  • “Geloof, hoop en liefde maken het verschil.” (Augustinus van Hippo)

Verder blijf ik nog op mijn honger zitten bij het zoeken van een antwoord op de volgende vragen: “Hoe vertel je een kleuter over zelfmoord? Over euthanasie? Over terminaal ziek zijn?
Je leest wel in dit dossier dat kinderen recht hebben op juiste en begrijpelijke informatie. Ze hebben recht op de waarheid, maar wel een waarheid die zij kunnen plaatsen binnen hun leefwereld. Maar hoe leg je die moeilijke onderwerpen ‘begrijpelijk’ uit aan een kleuter? Wat is een ‘waarheid’ die zij kunnen plaatsen?

De activiteitenbundels bieden een rijkdom aan mogelijke activiteiten voor alle leeftijden in de basisschool.
De preventieve activiteiten zijn beknopt uitgewerkt. Wie daar meer info over wil, kan beter de godsdienstmethodes raadplegen die ik ook eerder in mijn blog aanhaalde. (cfr. ‘zoektocht in de bib van KHLeuven’).

Het voorstel voor een draaiboek met 7 scenario’s is een must voor iedere school. In ieder schoolwerkplan zou dit aanwezig moeten zijn. Ik heb echter al op verschillende scholen gestaan (ook in beleidsondersteunende taken), maar heb nog nooit zo’n draaiboek gezien. Je kan je echt niet veroorloven om te beginnen zoeken hoe je het moet aanpakken op het moment van een overlijden zelf. Dan doe je immers aan ‘paniekvoetbal’. Als je een kant-en-klaar draaiboek op school hebt, heb je een veilige basis om op terug te vallen in moeilijke tijden. Ik voel me absoluut geroepen om in de volgende school waar ik tewerk gesteld ga worden te pleiten om een dergelijke werkgroep op te richten! Met de ideeën uit dit dossier en van de website ‘Thomas’ van de KULeuven, hoef je ook niet van nul te beginnen. Enkel aanpassen naar de specifieke eigenheid van je school is nodig!


[1] Bleukx, G., de Clercq, S., Habils, K., Somers, P. (2002). Dossier basisonderwijs: Als de dood voor de dood op school? Verlies en verdriet in theorie en praktijk op de basisschool. Mechelen: Leefsleutels.

donderdag 18 juli 2013

Standpunt van 4 Vlaamse partijen over de plaats van religie in het onderwijs

Thomas (geraadpleegd 18/07/2013). KULeuven: Thomas: Algemeen: Dossiers: Politieke standpunten. [Online]. Beschikbaar: http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/.
. 





Groen wil een actieve pluralistische maatschappij waar ontmoeting en dialoog centraal staan. Kinderen zoeken naar hun identiteit en kunnen dit (gedeeltelijk) via levensbeschouwelijke paden doen. Daarom moeten alle leerlingen een levensbeschouwelijk vak op school kunnen volgen, maar daar niet toe verplicht worden.

Groen wil het bestaande systeem dus omkeren: geen vrijstelling op aanvraag, maar levensbeschouwelijke lessen volgen op aanvraag.
Daarnaast willen ze 2u per week ‘burgerschap, filosofie en levensbeschouwing’ om meer ruimte te creëren voor vraagstukken van morele aard, rond basiswaarden zoals vrijheid, tolerantie, gelijkwaardigheid en democratie, rond interculturaliteit. Op die manier zal er ook meer aandacht in het curriculum komen voor de VOET-en en ontwikkelingsdoelen.


Onderscheid maken tussen onderwijs”in” een bepaalde godsdienst en onderwijs “over” godsdiensten of levensbeschouwingen vindt sp.a belangrijk.
Om multicultureel te kunnen samenleven, moet je toch iets afweten van de overtuigingen van de ander. Welke levensbeschouwingen aan bod moeten komen in leerplichtonderwijs, hangt af van de mate van contact en aanwezigheid op ons grondgebied van deze levensbeschouwingen.
1 leerkracht moet de verschillende levensbeschouwingen vergelijkend aanbieden.
Ouders moeten de keuze hebben in welke levensbescouwing hun kind wordt opgevoed.
De gemeenschap rond de betreffende levensbeschouwing moet de inhoud van de normatieve vakken vastleggen. Maar er moeten gemeenschappelijke overkoepelende leerdoelen vastgelegd worden (vb. respect voor diversiteit en verdraagzaamheid).

sp.a pleit er dus voor om het huidige systeem te bewaren. Mits er een uitbrieiding voorzien wordt:
·         een gemeenschappelijke sokkel (o.a. verdraagzaamheid en respect voor verscheidenheid) tussen de verschillende levensbeschouwingen, die tot stand komt door overleg tussen de verschillende denominaties.
·         Een extra cognitief, vergelijkend vak in het curriculum over de verschillende levensbeschouwingen.


Levensbeschouwelijk onderricht is van onmiskenbaar belang om antwoorden te zoeken op de grote levens- en zinvragen van jonge mensen. Dit gebeurt vanuit de context van het onderwijscentrum en is dus bijgevolg niet neutraal, maar vloeit voort uit de schooleigen pedagogische traditie.

CD&V pleit dus voor het behoud van het vak levensbeschouwing in het onderwijs. Mààr hoopt dat het vak verbindend mag werken en jongeren vormt tot zelfstandige, geëngageerde en kritische mensen die weten waarvoor anderen staan, in dialoog kunnen treden en elkaar waarderen en stimuleren.


Vlaams Belang haalt aan dat er in de meeste scholen van het vrij onderwijs al plaats gemaakt wordt voor de vergelijking tussen de verschillende levensbeschouwingen.
In het onderwijs ingericht door de openbare besturen, moet er grondwettelijke gezien tot het einde van de leerplicht de keuze zijn tussen onderwijs in één van de erkende godsdiensten en niet-confessionele zedenleer. Ze beweren dat  er problemen rijzen van praktische en inhoudelijke aard, vooral bij de Islamlessen.
Een neutraal levensbeschouwelijk onderwijs in de 3de graad ASO –zoals in het wetsvoorstel van De Gught- biedt hiervoor geen oplosing.

Vlaams Belang pleit voor een behoud van het Schoolpact.
De problemen met het inrichten van de Islamlessen (gebrek aan controle op de lesinhoud, gebrek aan openheid jegens andere religies, kwalificatie van de lesgevers, gevaar voor fundamentalisme) willen ze wel aanpakken, maar dat staat los van de wijze waarop het levensbschouwelijk onderwijs wordt georganiseerd.


Besluit:
Deze 4 partijen zijn het er over eens dat er een keuzevrijheid (voor leerlingen en ouders) in de levensbeschouwelijke vakken moet zijn in het onderwijs én dat er voldoende aandacht moet besteed worden aan het vergelijkend informeren van de leerlingen over de verschillende levensbeschouwingen.

Ze staan niet achter het voorstel om in de 3de graad ASO een neutraal levensbeschouwelijk onderwijs aan te bieden.

Barack Obama's standpunt over religie

Youtube (geraadpleegd 18/07/2013) Youtube: Barack Obama Versus Fundamentalism & Religious Sectarianism.  [Online]. Beschikbaar: http://www.youtube.com/watch?v=LXcvbnzNIjg.

  
Obama waarschuwt voor het gevaar van religieus fundamentalisme en sektevorming in de Amerikaanse maatschappij die steeds meer groeit in diversiteit. Hoe je het draait of keert, de USA is niet meer alleen een Christelijke natie, maar wel een pluralistische staat. En zelfs al zou je alle niet-Christenen verbannen, dan nog heb je een enorme diversiteit aan Christenen. Welk Christendom zou je dan aanleren in de scholen?
Als je trouwens de Bijbel letterlijk leest, vind je heel veel radicale standpunten:
·         Leviticus vindt slavernij OK en stelt dat het eten van schelpdieren een zonde is.
·         In Deuteronomy kan je lezen dat je je kind moet stenigen als hij afdwaalt van het pad van het geloof.
Dus lees eerst de Bijbel grondig voordat je hem ‘heilig’ verklaart.

Democratie vraagt dat de religieus gemotiveerden hun bezorgdheden vertalen naar universele waarden en niet enkel naar religieuze waarden. Wetsvoorstellen moeten geargumenteerd worden en gezond verstand uitstralen. Bijvoorbeeld een wetsvoorstel tegen abortus, moet je niet enkel motiveren vanuit Christelijk standpunt, maar ook vanuit de standpunten van andere geloven en zelfs vanuit standpunten van zij die niet geloven. Dit is moeilijk voor wie inherent gelooft in de Bijbel, maar in een pluralistische staat heb je geen keuze. In politiek moet je compromissen sluiten. Dit staat eigenlijk lijnrecht tegenover het fundamentele principe van religie. Religie laat geen compromissen toe. Want als God spreekt, moet je gehoorzamen, ongeacht de gevolgen.
Politiek hierop baseren, is echter gevaarlijk. Als je daaraan twijfelt, denk dan maar aan het verhaal van Abraham en Isaac, waar God vraagt aan Abraham om zijn enige zoon te offeren. Abraham gehoorzaamt, maar op het laatste moment komt er een engel die het offeren tegenhoudt. Abraham is geslaagd in de beproeving van zijn geloof.
Wij kunnen niet zien of horen wat Abraham hoort. Als wij Abraham –in deze tijd- bovenop het dak van een gebouw zien staan, met zijn mes in de aanslag om zijn zoon te offeren, dan zouden wij op zijn minst de politie bellen en verwachten dat de kinderbescherming Isaac zou weghalen bij zijn vader.
Het beste dat we dus kunnen doen, is handelen naar wat we allemaal kunnen zien en horen en bijgevolg wetten baseren op gezond verstand.
Obama hoopt dat het volk de vooroordelen naast zich wil neerleggen. Hij is ervan overtuigd dat miljoenen gelovigen bereid zijn om dit te doen. Want velen zijn het moe dat ‘geloof’ misbruikt wordt als excuus om oorlog te voeren.

Het heeft me wel enige moeite gekost om het pleidooi van Obama te begrijpen. Huis-, tuin- en keukenengels versta ik nog wel. Maar een politiek standpunt zonder (Engelse of Nederlandse) ondertitels volgen, is heel wat moeilijker. Mits herhaaldelijk opnieuw beluisteren en een woordenboek bij de hand, heb ik toch wel het meeste kunnen snappen.

Ik steun Obama absoluut in zijn standpunt. Je kunt de pluralistische maatschappij van vandaag niet negeren. Het maakt politiek een stuk moeilijker omdat je meer compromissen zal moeten sluiten, maar het eindresultaat is wel bevredigend. Een maatschappij waarbij we verdraagzaam zijn, rekening houden met elkaar en stoppen met navelstaren.