dinsdag 23 juli 2013

Kinderen helpen bij verlies

Keirse, M. (2002) Kinderen helpen bij verlies: een boek voor al wie van kinderen houdt. Tielt: Lannoo.

Manu Keirse is klinisch psycholoog en doctor in de medische wetenschappen. Hij is hoofddocent aan de Faculteit der Geneeskunde van de KULeuven en kabinetschef van de minister van Volksgezondheid. Maar bovenal is hij voor mij een inspirerend man. Je merkt dat hij jarenlange ervaring heeft met rouw en verlies en dat hij recht in de ziel van mensen kan kijken.

Het boek grijpt je aan vanaf de eerste bladzijde. Er gaat zoveel warmte van uit, terwijl het over zo een koel thema gaat. Het boek straalt eerlijkheid, openheid en oprechte interesse uit. 3 waarden die Dr. Keirse wil meegeven. Hij slaagt hier wonderwel in: zijn woorden zijn goed gekozen, zorgvuldig gewikt en gewogen, talloze getuigenissen illustreren wat hij bedoelt. Je kan dit boek niet lezen zonder een traan weg te pinken, maar dat geeft niet. Een boodschap die keer op keer weer benadrukt wordt in dit boek, is om je verdriet te tonen. Het is net sterk en gezond om je emoties te durven uiten.

Enkele dingen die ik gelezen heb en niet wil vergeten, wil ik hier delen:

  • Mensen die in staat zijn om van andere mensen te houden, zijn ook voorbestemd om diep verdriet te ervaren als er iets gebeurt met de mensen die hen dierbaar zijn.
  • Probeer aan kinderen in diep verdriet het vertrouwen mee te geven dat tranen worden gedroogd, niet voor altijd, maar altijd weer.
  • Leer jezelf waarderen om het inzicht dat je zaken fout hebt gedaan, eerder dan je erover schuldig te voelen. Het is een verdienste dat je leert van je fouten.
  • Een kind heeft behoefte aan aandacht en liefde van een zorgende volwassene om te groeien door verdriet.
  • Er zijn geen geneesmiddelen voor verdriet. Aandacht en genegenheid doen meer dan welk geneesmiddel ook.
  • Je kan verdriet na verlies niet ‘oplossen’ zoals je met een probleem zou doen. Het wordt immers nooit meer hetzelfde als voorheen. Je kan wel groeien door verdriet, met pijn en moeite, maar dat is eigen aan elk groeiproces.
  • Vroeger dacht men dat rouwen betekende dat men de band met de overledene moest verbreken om verder te kunnen met het leven. Nu beschouwt men verlies als een schaduw: soms klein, soms groot, soms ziet men hem, soms niet. Het komt er op aan om herinneringen levendig te houden en op een gezonde manier verbonden te blijven met de overledene, zonder verscheurd te worden door verdriet.
  • Kinderen reageren soms explosief. Leer kinderen dat deze gevoelens niet goed of slecht zijn, je kiest daar niet voor. Aanvaard dat deze gevoelens er zijn en dat ze zullen overgaan als ze voldoende worden geuit.

In het boek wordt door de bril van verschillende betrokkenen naar verlies en rouw gekeken, door de bril van de ouders, van het kind (als broer of zus). Dit geeft je meerdere inzichten, hoe het is voor alle betrokkenen.

De belangrijkste zaken (voor mij) uit dit boek, wil ik graag even op een rijtje zetten:

Kinderen rouwen, maar de manier waarop verschilt met die van volwassenen:

  1. Het zijn eerst en vooral kinderen. Ze hebben geen fundamenteel andere gevoelens dan volwassenen bij verlies, maar de vorm waarin deze geuit worden, kan verschillen. Het is zoals een vingerafdruk: herkenbaar, maar wel individueel verschillend.
  2. Het is een weerspiegeling van hun ontwikkelingsstadium. Wat ze begrijpen, hangt af van hun ontwikkelingsleeftijd. Maar hoe jong ook, ze voelen het verlies wel aan.
  3. Ze rouwen temidden van het gewone leven: wanneer iets hun verdriet in gang zet (vb. nieuwjaarsbrief, vriendje dat opgehaald wordt door papa, ...) én ze zich veilig genoeg voelen om dit te uiten.
  4. Ze rouwen in korte, intense periodes: met onderbrekingen, gedurende jaren
  5. Vaak zie je een tijdelijke regressie na verlies. Dit is een pauze in de rouw, een terugkeer naar een ‘veilige’ periode in hun leven.
  6. Ze leven zich uit in actie en spel. Dit is een manier om verdriet te verwerken als je er de mentale en verbale mogelijkheden nog niet voor hebt. Spel is de taal van het kind.
  7. Soms stellen ze rouw uit. Kinderen moeten voldoende veiligheid ervaren om zich te durven overgeven aan de chaotische gevoelens en gedachten in hen. Dit kan meerdere jaren duren!
  8. Vernieuwde rouw treedt vaak op bij belangrijke veranderingen: bij nieuwe emotionele of mentale stappen kan je verwachten dat kinderen het verlies herbeleven.

Je moet 6 fundamentele behoeften vervullen om kinderen te helpen groeien door verlies:

  1. De realiteit van de dood voor ogen zien.
    Geef een eerlijke uitleg over de oorzaak en de aard van het sterven. Je wil niet het risico lopen dat ze het via via vernemen, zonder dat er echte opvang aanwezig is.
    De overledene groeten, moet kunnen als kinderen dit willen. Maar geef ze op voorhand concrete uitleg van wat ze zullen te zien krijgen en heb op het moment zelf oog voor de emoties van het kind en spreek deze emoties uit.
  2. De pijn van het verlies ervaren.
    Moedig kinderen aan om emoties en gedachten te uiten. Maak schuldgevoelens en boosheid bespreekbaar. Agressie en opstandigheid zijn normaal, maar leer kinderen ze te kanaliseren op een niet-schadelijke manier.
  3. De relatie met de overledene omvormen van een aanwezigheid naar een herinnering.
    Met de dood stopt het leven, maar niet de relatie die men met iemand heeft. Deze relatie zal wel moeten evolueren. Het is belangrijk om deel te nemen aan de uitvaart, want dit helpt om een arsenaal aan herinneringen op te bouwen.
    Herinneren maakt hopen mogelijk, maakt dat je je kan openstellen voor nieuwe ervaringen en relaties.
  4. Je moet een nieuwe identiteit ontwikkelen op basis van een leven zonder de persoon die gestorven is.
  5. Zoeken naar een zinvolle context voor de dood.
    Het kind zoekt naar een soort nieuwe zin van het leven. Ze willen antwoorden, maar stellen ook vragen waarop geen antwoorden te geven zijn. Dit is een onderdeel van een normaal rouwproces. Het is belangrijker om de vragen te stellen dan om daadwerkelijk de antwoorden te vinden.
  6. Ze hebben nood aan een continu steun gevende volwassen aanwezigheid gedurende de komende jaren.
    Je moet verder met je leven, maar dat wil niet zeggen dat je geen verdriet meer mag hebben of over je verdriet mag praten.

Hoe reageer je bij een fatale ziekte?

  1. Zet problemen om in sterkten.
    Beschouw de ziekte niet als een hinderpaal, maar als een krachtig platform van waaruit men -met duidelijke communicatie- kinderen helpt om te begrijpen wat er aan de hand is en te laten voelen dat men van hen houdt.
    Kijk naar ‘overleven’ vanuit je eigen gezichtspunt, maar ook vanuit dat van je kinderen.
  2. Realiseer een open communicatie.
    Kinderen hebben de behoefte en ook het recht om te weten wat er is.
    Vertel aan kinderen dat praten over de ziekte en over hun zorgen topprioriteit is.
    Vertel het op het moment dat er iets verandert in huis dat invloed heeft op het kind.
    Vertel 3 dingen: dat men ernstig ziek is, de naam van de ziekte, wat men denkt dat er gaat gebeuren.
    Je moet niet alles vertellen (afhankelijk van wat het kind begrijpt), maar wél niets anders dan de waarheid.
    Verzeker hen dat niemand iets gedaan heeft wat de ziekte veroorzaakt heeft (om ervoor te zorgen dat ze zich niet schuldig voelen). En ook dat de ziekte niet besmettelijk is en dat je het niet kan krijgen door dicht bij de zieke te komen (bv. bij kanker).
    Zorg voor voorspelbaarheid: bereid hen voor op belangrijke veranderingen in het gezinsleven.
    Praat over de positieve werking van de behandeling, niet over de neveneffecten.
    Bereid hen voor op wat ze kunnen antwoorden als anderen vragen stellen.
    ‘Hoe lang nog?’ is vaak een vraag naar ‘Wat staat er ons nog te wachten?’
    Creëer een sfeer van openheid en bespreekbaarheid. (Dit werd ook heel mooi geïllustreerd in de aflevering van ‘Liefde voor later’, cfr. eerdere blogpost)
  3. Veranderingen in de gezinssituatie
    Bij een ziekenhuisopname is het belangrijk om de ziekte te begrijpen en gevoelens die ze oproept te kunnen delen. Ook jonge kinderen moeten tijd kunnen doorbrengen bij de zieke in het ziekenhuis.
    De eerste thuiskomst voorbereiden: wat kan de zieke wel, wat niet?
  4. Betrek de kinderen zo veel mogelijk.
    Als kinderen dit willen, mogen ze aanwezig zijn bij het overlijden, mogen ze de overledene groeten, mogen ze deelnemen aan de uitvaart. Maar zorg ervoor dat ze op voorhand goed geïnformeerd zijn en dat je op het moment oog hebt voor hun gevoelens.


In het boek komen ook enkele hoofdstukken aan bod over zelfdoding, echtscheiding en een nieuw gezin starten. Heel interessante hoofdstukken als achtergrondinformatie, om te begrijpen wat een gezin doormaakt in deze moeilijke situaties. Maar het wordt meer bekeken vanuit het standpunt van de ouders of oudere kinderen. Dus daarom ga ik er in deze blog niet verder op ingaan.


Als afsluiting van het boek staan meer dan 50 suggesties voor ouders, verzorgers, school, medewerkers in de gezondheidszorg. Suggesties die zo bruikbaar zijn, zo waardevol! Iedereen zou ze moeten lezen en herlezen en nooit meer vergeten. Je kan als volwassene écht wel veel betekenen voor een kind in rouw. Door je ogen te sluiten en de pijn te negeren, doe je een persoon in rouw onrecht aan!
Als je rekening houdt met de suggesties –die vaak op niet meer dan menselijkheid berusten- kan je kinderen echt helpen groeien door de pijn van het verlies heen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten